‘Alles opgeven en weer kind worden’

De Franse violist Renaud Capuçon brengt dit jaar met maar liefst drie nieuwe albums een hommage aan Mozart. Alle Sonates met pianist Kit Armstrong, de vijf Vioolconcerten met ‘zijn’ Orchestre de Chambre de Lausanne en de Pianokwartetten met drie excellente jonge artiesten. “Als er ook maar iets van routine insluipt, kan ik beter stoppen.”

Waarom Mozart, waarom nu? Ik heb de Franse violist Renaud Capuçon aan de telefoon. Zijn agent mailde me dat hij wel wil bellen, maar zonder beeld en dat het gesprek 30 minuten mag duren. “O ja”, zegt hij als ik hem dat vlak voor de tijd dreigt op te raken vertel. “Ik moet grenzen stellen, anders krijg ik soms meer dan twee uur vragen op me afgevuurd. Maar ga door, neem je tijd, het is oké…”

Hij is de violist die al op jonge leeftijd samenwerkte met grootheden als pianiste Martha Argerich en dirigent Claudio Abbado. Hij is de violist die ooit een korte film maakte waarin hij verkleed als zwerver zijn prachtige Guarneri del Gesù viool uit 1737 bespeelt in een druk Parijs’ metrostation. Tijdens de corona lockdown vertolkte hij Bachs muziek voor soloviool tijdens een mis in de door brand verwoestte Notre-Dame. Hij soleert over de hele wereld bij vermaarde orkesten en werkt samen met beroemde dirigenten en kamermuziekpartners. Dit jaar brengt hij met drie nieuwe albums een ode aan Mozart.

“Goeie vraag”, zegt hij met een lach en begint te vertellen. Over een plan om met pianist Kit Armstrong alle Mozart Sonates op te nemen dat in verband met Covid werd uitgesteld. Over een oude wens om alle vijf Vioolconcerten van Mozart op te nemen. En over hoe die ideeën nu samenvielen met zijn start bij label Deutsche Grammophon. “Maar de belangrijkste reden is dat ik al mijn hele leven Mozart speel. Mozart is een God voor alle musici, en zeker voor violisten. Er zijn zoveel prachtige stukken. Concerten, sonates, kamermuziek…”

Heel jong, of heel oud

In een interview in het cd-boekje over de vijf Vioolconcerten zegt Capuçon dat je om Mozart te spelen eigenlijk heel jong moet zijn, of juist heel oud. Hoe zit dat? Heeft hij dan met 47 niet precies de verkeerde leeftijd? “Ja, het klinkt als een grap hè. Maar inderdaad, als je heel jong bent, misschien tien of twaalf, en nog heel onschuldig, dan kun je Mozart op de meest natuurlijke manier spelen. En als je heel oud bent, wijs geworden door het leven, dan kun je misschien opnieuw zo gaan spelen als een kind. Het is een metafoor. Maar dat is precies wat Mozart van mij vraagt. Ik moet alles opgeven om weer als een kind te worden. Toen ik een jaar of twintig was, heb ik veel over Mozarts muziek nagedacht. Alles geleerd, bestudeerd, geanalyseerd. Maar nu voel ik dat ik al die kennis moet loslaten om weer als een kind te worden.”

Renaud Capuçon noemt een opname waarnaar hij veel heeft geluisterd. “Twee giganten die Mozart spelen. Violist Szymon Goldberg en pianist Radu Lupu. Ik houd zo van dat voorbeeld, want Goldberg was al oud en Radu Lupu nog jong. Het is fantastisch wat ze doen. Qua leeftijd zit ik in het midden, maar ik probeer muziek maken als deze twee extremen.”

Frustrerend

“Er is nog iets dat me altijd opvalt als ik Mozart speel. Als ik niet helemaal vrij ben in mijn gedachten en ontspannen in mijn lichaam, dan wordt het moeilijk om me te laten gaan in het concert. Als ik van tevoren een vervelend bericht krijg op mijn telefoon, of als iemand die dag iets naars heeft gezegd. Begrijp je? Hetzelfde geldt voor Schubert. Die twee componisten vragen hetzelfde. Ik moet totaal in vrede zijn en me helemaal vrij voelen. Niet dat het dan makkelijk is, maar pas dan kan het stromen als water in een bergbeek. Als er ook maar één procent spanning is, dan werkt het niet. Dat is voor mij de grootste uitdaging van Mozart.”

Er was een periode waarin Renaud Capuçon zich ongemakkelijk begon te voelen bij Mozart. Hij was bijna dertig, speelde Mozarts muziek, hield ervan, maar het lukte hem niet meer om te bereiken wat hij wilde. “Het was frustrerend, ik wist niet precies wat het was, misschien gebruikte ik te veel mijn hersens, dacht ik.” Een van de dingen die daarin verandering bracht, was de ontmoeting met pianist Kit Armsrong in 2015. “We speelden samen Mozarts Sonates in Salzburg. Zijn spel was zó natuurlijk, het was alsof hij improviseerde. Ik had geen andere keuze dan alles los te laten en gewoon dat te volgen. Die ontmoeting maakte dat ik iets van die staat van kind-zijn terugvond.”

Mijlpaal

Als klein jongetje was hij al geraakt door Mozart, herinnert Capuçon zich. “De eerste muziek van Mozart die ik hoorde was de Sonate voor piano en viool in e mineur. Ik hoorde die op een oude grammofoonplaat en ik was op slag verliefd. Ik kocht de bladmuziek en zette die op een lessenaar in mijn kamer. Spelen kon ik het niet, daar was ik nog niet goed genoeg voor. Ik herinner me het gevoel van overwinning toen ik uiteindelijk het eerste deel ervan leerde spelen. Dat was een mijlpaal. Na alle studieconcerten en etudes was Mozart een van de eerste echte grotenmensencomponisten die ik kon spelen. Ik voelde me zo trots. En nog iets anders: ik deel mijn verjaardag met Mozart. We zijn allebei op 27 januari geboren. Dezelfde verjaardag te hebben als dat genie, dat gaf mij als kind een speciaal gevoel.”

Als in een droom

Op het laatste album dat dit jaar uitkomt in Capuçons Mozart trilogie laat hij zich vergezellen door drie talentvolle musici uit een jongere generatie. Altviolist Paul Zientara, celliste Stéphanie Huang en pianist Guillaume Bellom schitteren naast de meester in twee Pianokwartetten van Mozart. Voelt hij een verantwoordelijkheid om jonge artiesten te begeleiden en een kans te geven? “Dat is iets heel natuurlijks voor mij. Het is terug te voeren op de tijd, vele jaren geleden, dat ikzelf werd geholpen door musici als Martha Argerich en Claudio Abbado. Nu ben ik 47 en… Weet je, het is eigenlijk als bij mijn zoon die ik heb leren lopen en praten. Ik doe hetzelfde bij deze jonge artiesten. Ik geef ze een klein duwtje. Ik had ook drie oudere, beroemde collega’s kunnen vragen. Maar ik speel zo graag met jonge musici omdat ze een bepaalde frisheid hebben. Voor hen is het vaak de eerste keer dat ze een stuk uitvoeren. Dan voelt het als een droom. Ik heb die stukken misschien al wel honderd keer gespeeld. Als er ook maar iets van routine insluipt, kan ik beter stoppen. De uitdaging is om elke keer het gevoel te hebben alsof het de eerste keer is. Dat maakt een musicus interessant.”

Verschenen in Luister 774 september 2023

EINDE

Deel dit bericht

NOG DOORLEZEN?

‘Het past allemaal in elkaar’

Peter Duivenvoorden (72) is beeldend kunstenaar. Hij schildert en geeft schilderles. Daarnaast werkt hij aan een Nederlandse vertaling van de Oorspronkelijke Uitgave van Een Cursus in Wonderen. Machiel Swillens zocht...

Lees Verder >>