Peter Duivenvoorden (72) is beeldend kunstenaar. Hij schildert en geeft schilderles. Daarnaast werkt hij aan een Nederlandse vertaling van de Oorspronkelijke Uitgave van Een Cursus in Wonderen. Machiel Swillens zocht hem op en sprak met hem over verschillen, overeenkomsten, en nieuwe inzichten
‘Misschien heb ik goed nieuws…’ Zo begon een e-mail aan de redactie van MIC-magazine. De schrijver had in ons magazine gelezen dat Robert Perry het betreurde dat The Complete and Anotated Edition van de Cursus niet in het Nederlands was vertaald. Het goede nieuws was dat hij (de mailschrijver) was betrokken bij iets wat hij ‘het Laboratoriumwerk van de Cursus’ noemde, en dat hij werkte aan een Nederlandse vertaling van de Oorspronkelijke Uitgave van Een Cursus in Wonderen. ‘Het boek zal naar verwachting omstreeks 2024 verschijnen’ schreef hij. ‘Met hartelijke groet, Peter Duivenvoorden’
Mijn interesse was gewekt. Sinds zo’n anderhalf jaar las ik dagelijks in het bekende blauwe boek. Laboratoriumwerk, Oorspronkelijke Uitgave, nieuwe vertaling… Daar wilde ik meer over horen. Dus mailde ik Peter Duivenvoorden dat ik hem graag wilde interviewen. We spraken elkaar via Zoom, waarna ik begon te lezen in de Engelse Oorspronkelijke Uitgave (ACIM Original Edition), een boek met een wit parelsnoer op een zwarte kaft. Ik zag opmerkelijke verschillen en veel overeenkomsten met het blauwe boek. Niet veel later ontmoette ik Peter Duivenvoorden bij hem thuis voor dit interview.
Ik vraag hem hoe hij ertoe kwam om de Oorspronkelijke Uitgave in het Nederlands te vertalen. Terwijl hij koffiekopjes op de keukentafel zet, vertelt hij: ‘In 2013 kreeg ik uit het niets een mail. Of ik geïnteresseerd was in recente teksten van Jezus. Normaalgesproken zou ik daar niet zo snel op ingaan. Ik zou denken: tja, er zijn wel meer mensen die denken dat ze een incarnatie van Napoleon zijn. Maar bij de mail zat een voorbeeldtekst en die herkende ik meteen. Het kwam niet uit de Cursus, maar het had dezelfde intensiteit, hetzelfde hoge niveau van filosofie.’
Laboratoriumwerk van de Cursus
Hij meldde zich aan voor de verzendlijst. Een paar keer per maand ontving hij nieuwe recente teksten. Die raakten hem. ‘Ik printte ze steevast uit, ik wilde ze meenemen om ze te bestuderen, in de trein, of waar dan ook.’ Tot hij opnieuw een mail kreeg. Of hij de teksten voortaan in het Engels wilde ontvangen. Duivenvoorden begreep dat er een vertaalprobleem was en bood aan te helpen. En zo ging het. Na enige tijd was hij de vertaler, en stuurde hij de vertaalde teksten aan de geïnteresseerden op de verzendlijst.
Duivenvoorden legt uit dat deze recente teksten afkomstig zijn van een Amerikaan die Paul Tuttle heet. Tuttle heeft sinds 1982 contact met een stem die zich aan hem voorstelde als Rajpur, en die, toen Tuttle ernaar vroeg, verklaarde dat hij inderdaad dezelfde was die Een Cursus in Wonderen dicteerde. Paul Tuttle houdt bijeenkomsten waarin hij uitspreekt wat deze stem hem op dat moment vertelt. ‘De naam Laboratoriumwerk kende ik toen nog niet’, zegt Duivenvoorden. ‘Dat is de naam die Jezus er zelf aan gaf. In een van de teksten zegt Jezus: “Dit is het laboratoriumwerk van de Cursus wat wij hier doen.”’
Sparkly version
In 2019 stuitte Duivenvoorden in een van de recente teksten op een uitspaak die hem aan het denken zette. ‘Jezus zei daar: “Er ontbreekt een belangrijke zin in de Cursus.”’ Ook merkte hij op dat Jezus, als hij over de Cursus spreekt, telkens verwijst naar twee versies: de editie van de Foundation for Inner Peace (waarvan ons bekende blauwe boek de vertaling is) en naar een zogeheten Sparkly version. Peter Duivenvoorden ging op onderzoek. Hij stuurde meerdere mails aan de Foundation for Inner Peace. Of ze op de hoogte waren van het laboratorium werk, en of ze wisten dat er een belangrijke zin ontbrak in hun uitgave. Bevredigend antwoord kreeg hij niet. Op internet ontdekte hij dat de Sparkly version een eerdere versie van de Cursus is, die dichter ligt bij de allereerste door Bill Thetford uitgetypte stenohandschriften van Helen Schucman. ‘Op de website van de uitgever van de Sparkly version, ene meneer Poppe uit Australië, kon ik de eerste hoofdstukken lezen. Al snel ontdekte ik dat het niet maar één zin was die ontbrak, er was veel meer: nieuwe stukken tekst, een andere hoofdstukindeling, alinea’s die op een andere plek opdoken. Ik was totaal verbaasd.’ En dan was er de overeenkomst tussen de Sparkly version en de recente teksten. ‘Ze hadden dezelfde toon, dezelfde aanspreekvorm, hetzelfde gebruik van hoofdletters en cursivering. Dat vond ik zeer opvallend. Ik wilde de Sparkly version natuurlijk meteen hebben, maar dat boek bleek in herdruk en was niet verkrijgbaar.’
Op dit moment in het verhaal is het goed even te pauzeren en samen te vatten wat Peter Duivenvoorden mij vertelde over de verschillende versies van Een Cursus in Wonderen: Het zijn er vier, ze ontstonden na elkaar: Eén: de handgeschreven stenonotities van Helen Schucman. Twee: de Oerversie, de door Bill Thetford uitgetypte stenonotities. Drie: de Oorspronkelijke Uitgave, de door Schucman en Thetford geredigeerde versie (deze komt overeen met de Sparkly version). Vier: de editie van de Foundation for Inner Peace, een door Schucman en Kenneth Wapnick verder geredigeerde versie.
Oorspronkelijke Uitgave
De Sparkly version was dus niet verkrijgbaar. Maar Duivenvoorden bleef onderzoeken en raakte steeds meer geïnteresseerd. Toen al besloot hij die versie ooit te vertalen in het Nederlands. ‘Ik dacht: ik wil dat boek lezen en bestuderen, geen betere manier dan vertalen.’ Via via ontdekte hij dat de Course in Miracles Society de Oorspronkelijke Uitgave had uitgegeven. Dat boek was wel verkrijgbaar. In het bestelproces, en in het contact dat daarbij ontstond, kwam ter sprake dat er werd gewerkt aan een Nederlandse vertaling, maar dat het werk stillag in verband met ziekte. ‘Er werd me niet gevraagd of ik wilde vertalen, maar ik kreeg wel die hint; je zou contact op kunnen nemen met die en die, zeiden ze, hij gaat over de vertaling.’ Voor hij het wist was Duivenvoorden hoofdvertaler.
‘Het kwam dus vanzelf op mijn pad. Het paste allemaal in elkaar. Eind 2019 begon ik direct het eerste hoofdstuk van het Tekstboek te vertalen. De eerste paar maanden heb ik dat bewust relaxed gedaan. Ik volgde het natuurlijke proces om vast te stellen hoeveel ik kon doen in een bepaalde periode zonder dat het stress opleverde. Ik merkte dat het vlot ging. Dat ik de energie kreeg. Dat was wonderbaarlijk. Die continue flow van energie. Het geeft me het gevoel dat ik het niet alleen doe.’
In ons eerdere Zoom-gesprek had Peter Duivenvoorden me verteld hoe hij te werk gaat. Hij vertaalt elke dag een uur of twee. In het ‘natuurlijke proces’ ongeveer één hoofdstuk per maand. Alle hoofdstukken neemt hij vier of vijf keer door, telkens met andere ogen kijkend, telkens correcties makend. Dan stuurt hij de tekst aan zijn zus, die lerares Engels is. Zij legt de vertaling nog eens naast de Engelse tekst en let op taal-technische dingen.
De kwestie van de autorisatie
In ons gesprek aan de keukentafel raak ik steeds meer benieuwd naar wat de Oorspronkelijke Uitgave toevoegt aan mijn blauwe boek. Waar ziet Duivenvoorden de verschillen? En leidden die tot nieuwe inzichten? Eerst vertelt hij over wat hij ‘de kwestie van de autorisatie’ noemt. ‘Kijk, de door Thetford uitgetypte Oerversie was één grote lap tekst, zonder hoofdstukindeling of wat dan ook. Daar moest iets aan gedaan worden. Ook alle tekst die persoonlijk voor Schucman en Thetford bedoeld was, moest eruit. Dat werk deden Schucman en Thetford samen. Bovendien haalden zij alle tekst over seks en seksueel gedrag eruit. Zo ontstond wat we nu de Oorspronkelijke Uitgave noemen. Die stuurden Schucman en Thetford aan vrienden en bekenden. Zo ontving Kenneth Wapnick de tekst. En Wapnick nam vervolgens het initiatief die Oorspronkelijke versie opnieuw te redigeren. Schucman ging daarin mee. Wapnick en Schucman deden dat samen. Thetford trok zich terug, hij wees dat uitdrukkelijk af.’
Dus ik begrijp nu dat de editie van de Foundation for Inner Peace, waarvan ons blauwe boek de vertaling is, ontstond uit die laatste redactieronde van Schucman en Wapnick ‘Een belangrijk punt,’ vervolgt Duivenvoorden, ‘toen het dictaat van Jezus klaar was, raakte Helen Schucman in verwarring over wat te doen met de tekst. Ze maakte zich zorgen over wat eruit moest en wat erin hoorde, over waar ze die grens moest trekken. Dat heeft ze voorgelegd aan de stem. Jezus antwoordde haar iets in de trant van: “maak je geen zorgen, Bill Thetford gaat dat doen, hij neemt alle beslissingen, niet jij.” Met andere woorden’, zegt Duivenvoorden, ‘Thetford was door Jezus geautoriseerd om de tekst te redigeren. Wapnick niet. Wapnick heeft het met de beste bedoelingen gedaan, begrijp me goed, het werd zijn levenswerk. Maar mijns inziens bekeek hij de tekst als psycholoog. Hij was opgeleid binnen het systeemdenken van de huidige psychologie. En hij heeft de tekst met die blik behandeld.’
De zin die ontbrak
Dan komen we te spreken over nieuwe inzichten die de Oorspronkelijke Uitgave kan geven. Ik vraag Peter Duivenvoorden of hij die éne belangrijke zin heeft gevonden waarvan Jezus via Paul Tuttle had gezegd dat die ontbrak. ‘Ja, ik heb de hele Cursus herlezen, met mijn vertaling naast de editie van de Foundation for Inner Peace. Toen vond ik de zin waar Jezus op doelde; de belangrijke zin die ontbreekt; of in elk geval is veranderd, en daarmee is hij eruit gehaald, want de betekenis is eruit gehaald.’ Hij pakt het boek van tafel en bladert. Dan leest hij voor: ‘The Holy Spirit is nothing more than your own right mind. He was also mine…’
Op dit punt in het verhaal is het opnieuw goed te pauzeren om de zin zoals die in de Oorspronkelijke Uitgave staat (1), naast de zin te zetten zoals die voorkomt in de editie van de Foundation for Inner Peace (2). (De vertaling van 1 is van Peter Duivenvoorden, zin 2 komt uit ons bekende blauwe boek. Onderstrepingen zijn van mij.) (Vindplaatsen; 1: Hoofdstuk 5, paragraaf II, alinea 9 – 2: T5.I.3:3)
(1) De Heilige Geest is niets anders dan jouw eigen juist gerichte denken. Hij was ook dat van mij.
(2) De Heilige Geest bevindt zich in je juiste denken, zoals Hij ook in het mijne was.
Peter Duivenvoorden legt het boek op tafel en zegt: ‘Kijk, veel mensen denken aan de Heilige Geest als iets van boven; de Heilige Geest daalde neer als een duif… Het begrip wordt dan beschouwd als een soort intermediair tussen God en mens, en dan is Hij ergens in het universum. Hij kan optreden, maar Hij is buiten jou. Dat Hij ín jou is, is al een grote stap. Maar dat de Heilige Geest jouw juist gerichte denken ís, dat Hij dus hetzélfde is als jouw juist gerichte denken, dat is iets heel anders. Dat is een openbaring, dat is nieuw, dat verandert de zaak aanzienlijk. En dat is weg-geredigeerd uit de Cursus.’
Ziel of Geest
Dan vraag ik Peter Duivenvoorden naar iets dat mij bij het lezen in de Oorspronkelijke Uitgave is opgevallen, namelijk het woord Ziel. Dat komt daarin veel vaker voor dan in mijn blauwe boek. ‘Inderdaad’, zegt Duivenvoorden. ‘Het woord Ziel komt in de editie van de Foundation for Inner Peace veertien keer voor. In de Oorspronkelijke Uitgave wordt Ziel 117 keer gebruikt. Dat is dus veel en veel meer.’ Hij legt uit dat het woord Soul, of Ziel in de redactieronde van Wapnick en Schucman veelal is vervangen door de term Spirit, of Geest. ‘Wapnick vond als psycholoog het woord Ziel waarschijnlijk achterhaald, en verwarrend ook, omdat het zoveel verschillende betekenissen heeft gehad in de loop der tijd. Dat was zijn argument.’ Vervolgens spreken we over de woorden Geest en Ziel. Dat Geest algemener klinkt, dat de term Geest tegenover de term materie staat, dat God Geest is, dat in wezen álles Geest is. Het woord Ziel voelt individueler. Dat zou duiden op een individueel geestelijk wezen. Peter Duivenvoorden vat samen: Ziel is geïndividualiseerde geest. Dat is het grote verschil met Geest. Ieder mens is geschapen als Ziel. Je zielsinhoud is alles wat in jouw leven liefdevol is geweest, aan handelingen, aan daden, aan gedachten. En dat woord Ziel is uit de Cursus geredigeerd.’
We praten lang door over wat de Oorspronkelijke Uitgave aan nieuws brengt. Duivenvoorden noemt onderwerpen als: synoniemen, het gebruik van meervoud en enkelvoud in de aanspreekvorm, tekstgedeelten over freudiaanse psychologie, ‘maken en scheppen’, ‘uitbreiden en projecteren’, ‘actief handelen in de wereld…’ Het is voor het bestek van dit interview te veel om op te schrijven. We spreken af er later op terug te komen. Wellicht als zijn vertaling uitkomt? ‘Ja, dat zal waarschijnlijk in 2024 zijn. Ik heb de eerste vertaalde hoofdstukken al aan de Course in Miracles Society gestuurd. Ik verwacht eind dit jaar klaar te zijn. Dan kunnen zij beginnen met de layout en het persklaar maken.’
Mijn laatste vraag: of ik nu beter kan ophouden met lezen in mijn blauwe boek. ‘Nee, nee’, antwoordt Duivenvoorden direct. ‘Ik heb hoge achting voor de editie van de Foundation for Inner Peace. Kijk, we hebben gesproken over de verschillen, maar de overeenkomsten zijn vele malen groter. En, Jezus zegt in de recente teksten: er is geen foute manier om je met de Cursus bezig te houden. Elke manier waarop jij je met de Cursus bezighoudt, is goed.’
Beeld: Zelfportret Peter Duivenvoorden, aquarelschets
Verschenen in MIC Magazine jaargang 32 nr.3 September 2023