Dirigent

Ze had nog geen kaarten gekocht voor het concert dat alle kinderen van de school samen zouden geven. Haar Max zou toch wel weer niet meedoen, dacht ze. Max deed veel, meestal meer dan haar lief was, maar meedoen, daar was hij mee opgehouden; of ze waren opgehouden hem te vragen, daar moest ze eens over denken, als ze tijd had.
De school ging uit. Ze stond in de deur van het lege klaslokaal. Zijn jas over haar arm, zijn schooltas in haar hand, vermoeide ogen. Max had niet gemerkt  dat ze er was. Hij stond in een hoek en zwaaide met maaiende armen onbegrijpelijke figuren in de lucht. De juf sorteerde blaadjes aan haar bureau.
‘Ik heb nog maar geen kaarten gekocht, mijn Max…’ stamelde ze. Ik sloot de kist met muziekinstrumentjes. ‘Maar zonder kaartje kan hij niet meedoen’, zei ik, ‘maar ik heb hem nodig. Hij is de dirigent.’
‘Mijn Max, de dirigent?’ Ze veegde een pluk haar uit haar gezicht.
Ik vertelde haar over de muziekworkshop van die ochtend. Dat de kinderen zich hadden geërgerd aan Max, hij had weer moeilijk gedaan, Max deed altijd moeilijk, hadden ze gezegd. Dat ik Max toen het dirigeerstokje had gegeven. Dat haar Max een goed ritmegevoel had en een prima dirigent was. Dat hij een perfectionist was, maar dat meer dirigenten daar last van hadden. Dat hij alleen moest leren doorgaan, ook al ging het niet perfect.
‘Zie je nou, ik wist het wel’, zei ze, richting de juf kijkend. Er klonken tranen in haar stem.
Bij het concert zat ze vooraan op het balkon. Ook voor opa en oma had ze kaarten gekocht.

EINDE

Deel dit bericht

NOG DOORLEZEN?

‘Het past allemaal in elkaar’

Peter Duivenvoorden (72) is beeldend kunstenaar. Hij schildert en geeft schilderles. Daarnaast werkt hij aan een Nederlandse vertaling van de Oorspronkelijke Uitgave van Een Cursus in Wonderen. Machiel Swillens zocht...

Lees Verder >>