Springlevend

Nee, de klassieke muziek was geen patiënt. Zij was niet ziek, lag niet in coma, maar ernstig was het wel. Wat was er dan? Tja, ingesleten gewoontes en regels waren haar te veel geworden. Haar lichaam was gestold. De wetenschapper, de politicus, de directeur en de intendant verzekerden mij dat het goed zou komen. Zij hieven glazen met champagne, vol van schitterende plannen voor hun MCICM – spreek uit op zijn Engels, van voor naar achter en achterstevoren, palindromen over een toekomst voor klassieke muziek.

Na de persconferentie over de oprichting van het wetenschappelijk instituut voor innovatie van klassieke muziek, met die wonderlijke naam die doet denken aan lang vervlogen jaartallen in Romeinse cijfers, liep ik door Maastricht terug naar het station. Het was een prachtige lentedag. De zon stond hoog. Tussen de blauwe lucht en de blauwe Maas trokken schepen witte strepen in het water. Zwermen duiven streken neer op de brug en pikten wat tussen de stenen. Op het stationsplein werkten mannen in graafmachines aan het dieper maken van een afgrond. Binnen in de stationshal was het koel en stil. In het midden stond een concertvleugel.

Een jonge man op gympen kwam tussen de pilaren vandaan. Hij liep naar de vleugel, ging zitten en liet zijn vingers over de toetsen dwalen. Wat parelende tonen in de rechterhand, een golvend lijntje links. Heel verstild en traag. Het duurde even voordat ik Mozarts pianosonate in C herkende. Een vrouw zette haar tas op de grond en luisterde. Op het spoor vertrokken treinen. Toen zag ik de klassieke muziek uit haar met tradities versierde hemelbed stappen. Ze schopte haar hoge hakken van zich af en rende tussen de sporen de wijde wereld in. Springlevend.

EINDE

Deel dit bericht

NOG DOORLEZEN?

‘Het past allemaal in elkaar’

Peter Duivenvoorden (72) is beeldend kunstenaar. Hij schildert en geeft schilderles. Daarnaast werkt hij aan een Nederlandse vertaling van de Oorspronkelijke Uitgave van Een Cursus in Wonderen. Machiel Swillens zocht...

Lees Verder >>